Marjolijn is Directeur Ruimte en Bereikbaarheid en Thea is HR Manager bij de provincie Overijssel. De provincie Overijssel is werkgever van zo’n 1.000 collega’s met een wagenpark van 68 auto’s, een areaal van 647 kilometer weg, 201 kilometer parallelweg en 538 kilometer fietspad en goed voor een jaarlijkse waarde van een opdrachtenportefeuille voor beheer en onderhoud van circa € 27,4 miljoen.
Allereerst: onze rol van werkgever
‘Als werkgever vonden wij het – net als vele andere werkgevers – lange tijd heel normaal dat je iedere werkdag je keurig vervoegde op het Provinciehuis of bij een van onze regionale steunpunten. Corona heeft ons duidelijk gemaakt dat dit ook héél anders kan. Waarbij je, afhankelijk van het type werkzaamheden dat je op die dag gaat verrichten, ook kijkt welke werkplek daarbij past. En wat dat dan vervolgens betekent voor je eigen mobiliteit. Wij noemen dat bij de Provincie TOP werken: Tijd-, Omgevings- en Plaats onafhankelijk werken.
Thuis of bijvoorbeeld op het kantoor van de gemeentes in onze provincie. En dan gaat het vooral om de bewustwording ervan bij al onze collega’s. Maar ook bij onze leidinggevenden. Want als je nu naar kantoor komt, dan heb je ook een ontmoeting met bijvoorbeeld een collega.
Het vereist zéker van ieder van ons een andere mindset. We zitten middenin die shift als organisatie. Wat helpt is het frequent met elkaar te bespreken. Waarbij we best practices uitwisselen in de geest van ‘o ja, zó kan het ook’. En uiteraard voorbeeldgedrag tonen. Wat daar ook zeker bij helpt is een aantal toekomstige parameters waar we aan te voldoen hebben. Uiteindelijke doelstelling is dat alle auto’s zo min mogelijk CO2 uitstoten of nog beter: volledig elektrisch worden.’
Synergie tussen verduurzaming, bereikbaarheid én verkeersveiligheid
‘Voor de invulling van onze tweede rol, die van wegbeheerder, maken we op grote schaal gebruik van mobiliteitsmakelaars. Collega’s die namens de provincie naar werkgevers toestappen. Om hen aware te maken van hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de vormgeving van hun mobiliteitsbeleid. En daarin zien we steeds meer dat thema’s als verduurzaming, bereikbaarheid en verkeersveiligheid elkaar kunnen versterken. Kijk maar naar het hybride werken: niet-gereden kilometers zijn niet alleen beter omdat er in het geval van benzine of diesel auto’s geen uitstoot van CO2 plaatsvindt, het zijn ook de veiligste kilometers. En als je dan toch naar kantoor komt, kom dan na de file: zo heeft het direct effect op alle drie de thema’s.’
Impact van techniek
‘Met gepaste trots kunnen we melden dat we als Provincie ook een paar hele gave pilots uitvoeren waarbij we middels vormen van digitalisering en datadelen werken aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Denk aan toepassingen als ISA (Intelligent Speed Assistance) of BITS (Byte ITS toepassing). Ook zijn we een initiatief gestart met zogenaamde fietskettingen waarbij we vanuit een app voor groepen fietsers een golf van groene stoplichten kunnen creëren in de spits. Zo krijgen zij voorrang op auto’s die wel wat langer voor het rode stoplicht moeten wachten. Wij testen dit soort innovaties hier in Overijssel, ook omdat de omstandigheden in onze provincie daarvoor heel goed zijn. Zodra de kinderziektes eruit zijn wordt het ook in alle andere provincies uitgerold.’
Opdrachtgever
‘Tenslotte onze derde rol als Provincie: die van opdrachtgever. Want ook wij geven vooral bedrijven in de bouw- en installatiebranche omvangrijke opdrachten voor aanleg, beheer en onderhoud van onze infrastructuur. Logisch dat we daarbij onze inkoopmacht gebruiken om zo een verdere olievlekwerking van het onderwerp verkeersveiligheid te implementeren.’
Nathalie de Vries, Projectleider pilot programma statushouders
Wat vind jij belangrijk als het gaat om reizen voor je werk?
‘Ik vind het belangrijk om flexibiliteit te hebben in het reizen. Ik merk dat ik afhankelijk van mijn werkweek en het type werkzaamheden dat ik moet verrichten een keuze maak of ik op kantoor of vanuit huis werk. Wanneer ik naar kantoor kom voor ontmoetingen met collega’s bundel ik meerdere afspraken zodat ik het reizen (en de uitstoot) naar kantoor kan beperken tot 2 à 3 keer per week. Ik probeer met de auto zoveel mogelijk buiten de spits te reizen, maar merk dat dit nog moeizaam gaat omdat agenda’s hier nog niet altijd op zijn ingericht. Wanneer ik toch in de spits moet reizen kies ik ervoor om met de trein te gaan, op deze manier vermijd ik de files.’